Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika bestaat als wetenschappelijke instelling sinds 1898 en al in deze periode werden insecten uit sub-Saharan Afrika voor studie naar het departement entomologie gestuurd. Deze insecten kwamen voornamelijk uit de Democratische Republiek Congo, Rwanda en Burundi. Later werden andere sub-Sahara regio's bestudeerd en nu zijn er ook representatieve collecties uit West- en Oost-Afrika.
Ruw geschat bevat de Lepidoptera-collectie ongeveer 240000 vlinders en ongeveer 230000 motten. Deze collectie is vanaf het begin van de 20e eeuw bestudeerd en werden nieuwe soorten beschreven.
De typen zijn de meest gemanipuleerde exemplaren in de collectie en door ze te digitaliseren voorkomen we dat ze te veel worden gebruikt en beschadigd, maar toch blijven ze beschikbaar voor de wetenschappers.
Eerst werd het primaire type (holotype, lectotype of neotype) gefotografeerd (1498 in totaal). Indien beschikbaar, werd ook het allotype, meestal een exemplaar van het andere geslacht, geregistreerd. Wanneer er geen primair type of allotype aanwezig was, werd een paratype gefotografeerd.
Aangezien het een traditie is om paratypes in zustermusea te deponeren, zijn deze exemplaren in de moderne Lepidopterologie bijna net zo waardevol als primaire types.
Van al deze exemplaren zijn recto/verso foto's gemaakt met labels eronder.
De huidige database bevat voornamelijk de taxonomische informatie. Door de labels te transcriberen hopen we de data te verrijken met de collecte-info (locatie, collector, datum van collectie) en identificatie geschiedenis.
Meer lezen »